vrijdag 21 december 2012

IF YOU SCRATCH MY BACK I WILL SCRATCH YOURS!

























CAPTAINS FINAL MISSION BLOG 21.12.12


Tijdens de nacht van de volle maan loop ik met kruiwagen waarin een blik erwten op een neer rolt en waarop een golfplaat ligt bedekt met vers gras over South Beach met een alligator aan een riempje die een metalen emmer in zijn bek heeft waarin 5 kreeften zitten. Aangekomen bij de bewuste lifeguardpost merk ik dat de pratende papaja nergens te bekennen is. Ik haal mijn pioniersschopje uit mijn rugzak en begin zonder te weten wat ik zoek of moet gaan doen te graven. In het begin is het lastig omdat het hutje maar 30 cm boven het zand staat. In het holst van de nacht hoor ik de branding klotsen en graaf in de maanschaduw van het hutje gestaag naar beneden. Rond 3 uur ‘s nachts Lijk ik op een kist te stuiten. Ik heb me al vrij in het begin van het graven volledig uitgekleed omdat ik wil voorkomen dat mijn kleren vol gaan zitten met zand. Spiernaakt schraap ik met mijn handen het laatste zand van het deksel af en trek aan de greep. Zeer soepel gaat de kist open. De kist blijkt geen kist. De kist blijkt een ingang van een ondergrondse tunnel. Ik stop snel de erwten in mijn rugzak en stuur de alligator de tunnel in. De golfplaat met gras krijg ik niet mee naar binnen dus die besluit ik over mijn kuil te leggen. Met de zaklamp-app van mijn telefoon kan ik ongeveer 80 cm voor mij uit verlichten. De staart van de alligator licht mooi op. Inmiddels heb ik het ondanks mijn naaktheid enorm warm. Ik zweet peentjes. Ook bekruipt me een onbehaaglijk gevoel. Vragen als: Waarom kruip ik hier naakt in een tunnel onder south beach in de slipstream van een alligator met een emmer in zijn bek met daarin 5 kreeften en een blik erwten in mijn rugzak?, krijg ik maar niet uit mijn hoofd. Als je dan hierop moet antwoorden dat je gestuurd bent door een pratende papaja begin je serieus aan jezelf te twijfelen. Veel tijd om hierover verder te piekeren wordt mij gelukkig niet gegeven want de alligator stort voor mij in een soort glijbaantunnel naar beneden. Zonder echt na te denken volg ik hem. Face first glijd ik met razend snelheid naar beneden. Mijn piemel wordt roodgloeiend door de wrijving en ik schreeuw het uit alsof ik een openbuikoperatie heb zonder verdoving. Er lijkt geen einde te komen aan de glijbaan en als ik bijna mijn bewust zijn verlies zie ik plots licht, veel licht. Ik knijp mijn ogen dicht. Als ik ze weer open zie ik dat ik in een enorme grot beland ben. De muren zijn rondom mooi gestukt en aan het plafond hangen schitterende kroonluchters. In de verste hoek zie ik een bar en verder staan door de hele ruimte vierkante tafeltjes verdeeld waaraan papajas zitten die allemaal Stratego spelen. De papaja aan de bar wuift naar me. Als ik een beetje twijfelachtig terug wuif begint hij wat drukker te gebaren dat ik naar hem toe moet komen. Bij de bar aangekomen zie ik dat de papaja een grote krulsnor heeft. Dan zegt hij op fluisterende toon: ”Act normal it’s me…” -knipoog- Dan op normale toon: “Welkom sir, what can I get you to drink before you start your first match?”. “First match?”, vraag ik. “Yes, yes ofcourse. The winner will get the box with all the answers.” De papaja met nepsnor wijst naar het middelste vierkante tafeltje waarop een soort souvenierachtig doosje staat. Beplakt met schelpjes en zo.Even later zit ik met een Mojito tegenover een papaja met bril mijn eerste ronde stratego te spelen. Gelukkig is stratego een van mijn favoriete spellen en weet de gebrilde papaja met gemak te verslaan.  Drie dagen later zit ik in de finale. Alle tafeltjes zijn aan de kant geschoven behalve de tafel met het kistje en mijn speeltafel. Beide tafels zijn tegenelkaar geschoven in het midden van de grot. Rondom zitten wel 10 rijen papajas met gespannen gezichten naar ons te kijken. De finalepapaja is een wat oudere heer met gele huid en een paar bruine plekken en rimpels. Met geknepen ogen neemt hij een trek van een sigaar terwijl hij met zijn andere hand de eerste steen in een keer vanaf zijn voorste linie op een van mijn stenen plaatst. Een verkenner dus. “Colonel”, ik moet me bekend maken. Na een paar uur zijn bijna al onze stenen geslagen, maar hebben we beide nog niet de vlag van de tegenstander weten te pakken. Ik zie om mij heen dat het publiek nagelbijtend toekijkt. Doordat ik nog twee verkenners heb die niet gebonden zijn aan een maximale stap. Kan ik uiteindelijk de oude sigarenpapaja buiten spel zetten en met mijn laatste mineur de bommen rondom de vlag van de tegenstander vernietigen. Triomfantelijk springt mijn mineur op de steen waarvan ik zeker weet dat het de vlag is. Een oorverdovend applaus stijgt op uit de grot. Alle papaja’s rennen naar me toe tillen me op en beginnen me omhoog te gooien en op te vangen terwijl ze mijn naam scanderen. “Erikson!, Erikson!, Erikson!” Als het grote enthousiasme een beetje bedaard is krijg ik van de voorzitter van de strategobond van Papaja’s het kiste uitgereikt. “Eindelijk, denk ik bij mezelf, eindelijk, de antwoorden op al mijn vragen”. Met het kistje loop ik naar een rustig hoekje.
Ik open het zilveren slotje en maak de deksel open. In het kistje zit een envelop die ik ook snel open maak. In de envelop zit een briefje. Ik vouw het briefje open en zie in grote letters geschreven met rode watervaste stift: "IF YOU SCRATCH MY BACK, I WILL SCRATCH YOURS" Dan pas zie ik de foto’s op de bodem van het kistje liggen. Foto’s die mijn leven voor altijd veranderden. Uitgeput zak ik in elkaar en laat mijn laatse glas Mojito op de grond vallen. De alligator kruipt naast me als een trouwe hond en likt ondanks de emmer in zijn bek de Mojito van mijn blote onderbeen.

Captain Erikson

vrijdag 14 december 2012

CAPTAINS BLOG 14.12.12


Diezelfde dag nog boek ik een ticket naar Barbados onder mijn schuilnaam Gerardus Willem. Ik trek mijn dun-en-lang-maak-pak en grote kleurrijke sneakers aan en zet mijn halflange blonde pruik op en neem een taxi naar de luchthaven. Als ik mijn e-ticket en paspoort afgeef bij de incheckbalie kijkt de baliemedewerker, dhr. Wijngaarde, mij strak aan over zijn leesbril. Zijn donkere ogen lijken dwars door me heen te kijken. Hij heeft me door denk ik. Op de een of andere manier weet hij dat ik niet Gerardus Willem ben. “Er klopt hier iets niet”, zegt hij. Gewend zijnde aan dit soort penibele situaties raak ik niet in paniek en weet mijn zweetporiën dicht te knijpen, ondanks het super hete dunmaakpak en de halflange blonde pruik die verschrikkelijk in mijn nek kriebelt. “Ow?”, reageer ik nonchalant. “Op uw ticket staat de naam Dominic Schmetz, maar uit uw paspoort blijkt nergens dat u Dominic heet, daar staat alleen maar Gerardus Willem”. Verdomme, in de haast heb ik twee schuilnamen door elkaar gehaald. Snel verzin ik een onzinverhaal over een suikeroom die deze vakantie naar Barbados cadeau heeft gedaan. “Eigenlijk heet ik Dominic maar bij een emigratieprocedure hebben ze alleen gevraagd naar mijn tweede en derde naam. Per abuis is mijn eerste naam niet in het paspoort terecht gekomen. Mijn oom kent mij alleen als Dominic.”  Wonder boven wonder lijkt Wiingaarde me gewoon te vertrouwen op mijn blauwe lenzen. Hij zet een kriebel op mijn ticket en labelt mijn sporttas met wapens. (Gerardus Willem is schietinstructeur voor de politie.)
Zeven uur later zet ik mijn eerste stappen op Barbados. In de gouden gids vind ik Watson digi-arts productions. Ik besluit meteen te kijken wat voor boter we in de kuip hebben en neem een taxi. De uiterst vriendelijke vrouwelijk chauffeur begint vrijwel direct nadat ik ben ingestapt met het ingestudeerd oprakelen van een kroniek over Barbados. Omdat ze zich zo moet concentreren om alles chronologisch te kunnen vertellen binnen de duur van de rit let ze nauwelijks op de weg. Dit was de eerste keer sinds het begin van mijn missie dat ik doodsangsten heb uitgestaan. Na een half uur rijden we een kleine hobbelige holle weg in die uitkomt bij een klassieke koloniale villa te midden van oeroude bomen. Als de chauffeuse is verdwenen ga ik even op de wind staan om de ergste zweetplekken te laten drogen. Als ik op de deur klop van de villa gaat de deur al vanzelf open. Een kleine schans maakt de drempel van de deur rolstoelvriendelijk. Ik kom meteen in een enorm lange smalle ruimte. Het einde is zover weg dat ik het nauwelijks kan zien. Het plafond is een meter of 10 hoog. Als ik beter kijk zie ik op de wand tegenover mij in potloodlijntjes een enorm gedetailleerde onderwaterwereld. In de verschillende onderdelen staan nummers. Gefascineerd volg ik de gang. Na een tijdje zie ik in de verte een hoogwerker met daarop een rolstoel, met daarin een oud vrouwtje. Als ik dichterbij kom zie ik dat ze met grote concentratie en fotografische precisie de potloodlijntjes inschildert. “Miss Watson?”, vraag ik. Vanaf de hoogwerker kijkt de oude dame naar beneden en doet haar oortjes van haar Ipod uit. “No, no, I just work here. The papaya you are looking for is in the garden behind the house.” “The papaya I am looking for?”. “ Yes, yes, in the garden behind the house.” De oude kromme vrouw doet haar oortjes weer in en schildert verder. Ik besluit terug te lopen en als ik buiten kom loop ik naar de achtertuin van het huis. Vrijwel meteen valt een enorme papayaboom in het oog. In de boom hangt 1 overrijpe vrucht. Dit zal hem dan wel zijn, denk ik. Op het moment dat ik hem wil plukken begint de tropische vrucht te praten! “You must bring me to Miami, South Beach, lifeguardpost 36st. Please captain; it is of great importance that you do so.” Van verbazing weet ik niet van repliek. Gehoorzaam pluk ik de papaya en stop hem tussen mijn wapens in mijn sporttas. Ik bel een andere taxi en neem de eerste vlucht naar Miami. Op het toilet in het vliegtuig plak ik vlak voor de landing mijn gestolen vingerafdrukfolies op mijn vingertoppen en verwissel mijn linker en rechter oog. Na de uitgebreide securitychecks op de luchthaven neem ik een bus naar South Beach.
Als ik aankom bij lifeguardpost 36st haal ik de papaya uit mijn sporttas. Afgezien van wat donkere plekken lijkt hij nog prima. “We have arrived”, zeg ik. De papaya opent zijn ogen en vraagt met zielige stem: “please be so kind and rent us an umbrella and two chairs. Ow, and when you are at it, order two Mojito’s.” En zo lig ik, eigenlijk nog voor dat ik het besef, op het strand van Miami en drink samen met een Papaya een Mojito. Na driekwart van mijn drankje, vraag ik: “Why are we here papaya?”. De papaya kijkt eerst een beetje verdacht om zich heen. Het lijkt alsof hij wil zeker stellen dat er niemand meeluistert. Dan leunt hij een beetje naar me toe en fluistert: In two nights, when the moon is full, you must dig a hole of 9 feet right under this lifeguardpost. Do you have a pen and paper?”. “Yes”. “Good. Write this down because you have to bring some stuff and you can’t afford to forget anything: Five lobsters (live ones), One waveplate 19,6 x 13,1 feet, some fresh grass, a can of peas and an American alligator of 7 years of age. No go and meet me here after 38 hours.”

To be continued…



maandag 3 december 2012

CAPTAINS BLOG 03.12.12


En zo kwamen Marijn en ik aan bij Scuba Lodge. De duikschool zit in een oud koloniaal pand aan de kust. Zo te zien is alles vrij recent opgeknapt naar de wensen van de hedendaagse hippe toerist. Als we de bar in willen lopen klimt net een grote langharige blonde gespierde Hollander van een jaar of 25 uit het zwembadje. Verder zien we een groepje toeristen aan een lange tafel luisteren naar een duikinstructeur. “The first lesson is to keep breading at all times”, hoor ik hem zeggen. “Kan ik jullie helpen?”, vraagt opeens de natte Hollander. Marijn en ik maken hem duidelijk dat wij ook zo’n introductieduik willen. Even later zitten we bij de groep toeristen die Duitsers blijken te zijn en luisteren braaf naar de uitleg van Mark de instructeur. Voor mij is het natuurlijk allemaal gesneden koek. Tot dusver heb ik nog niet kunnen ontdekken waarom Toppenberg ons hier naar toe heeft gestuurd dus laten we het maar even allemaal gebeuren. Na een uur theorie en duikpakken passen vertrekken we in een busje naar de duiklocatie bij Marie Pompoen. Na een paar oefeningen in ondiep water vertrekken we dan echt. Ik doe mijn best om te laten lijken alsof het mijn eerste duik is en ga een beetje onhandig omhoog en omlaag. De tropische onderwaterwereld is van betoverende schoonheid. Diverse soorten koraal bedekken de bodem en daartussen zwemmen heel veel vissen en toeristen. Toch bekruipt me het gevoel dat iets niet klopt. Het is allemaal te mooi. Te gebalanceerd. Wat doe ik hier eigenlijk. Zou Toppenberg me gewoon voor de lol hierheen hebben gestuurd? Ik kijk op mijn klok en zie dat ik nog voor ongeveer 10 minuten zuurstof heb en ik heb nog steeds geen idee wat ik eigenlijk zoek.
Dan opeens duikt een school Barracuda’s op uit de diepte. Hun kwaaie koppen laten geen twijfel bestaan over hun bedoelingen en inderdaad ze vallen meteen de Duitse toeristen aan die voor mijn ogen op gruwelijke wijzen uit elkaar worden gescheurd. Overal kleurt het water rood en ik zie ledematen zweven in het vertroebelde water.
Nee hoor grapje. Ik dacht laat ik het even spannend maken. Maar niks, helemaal niks. Gewoon een saai verhaaltje van een duikles. Met een dikke Duitser die niet kan zinken omdat hij te weinig contragewicht heeft en niet dieper komt dan 30cm en een instructeur die verveelt achteruit zwemt. Terwijl deze gedachten door mijn hoofd gaan en een beetje wegdroom bij de gedachten aan een barracuda attack raakt mijn zwemvin per ongeluk een takje koraal. Normaal gesproken zou het moeten afbreken of stug blijven staan, maar dit takje beweegt elastisch mee. Gefascineerd voel ik aan het takje. Rubber! Ik kijk om me heen of iemand heeft gezien wat ik heb ontdekt. Instructeur Mark zwemt nog steeds verveeld achteruit en de Duitsers en Marijn volgen hem. Ze lijken niet te merken dat ik ben afgedwaald. Ik merk ook dat een paprikavis me heel erg goed in de gaten houdt. Dan zie ik het. Een fractie van een seconde, maar het was er. Het oog van de parikavis sloot en opende heel snel als het diafragma van een camera en daarna schoot de vis weg de diepte in. Ik zet de achtervolging in zo snel als ik kan. Maar de vis gaat op in de massa. Ik zwem nog een eindje in de richting waarin de vis was gevlucht. Ondertussen dwaal ik een flink af van de groep totdat ik plots met mijn hoofd ergens tegen aan bots. Een muur met een gephotoshopte onderwaterwereld blokkeert mijn doorgang. Verbaasd volg ik de muur totdat ik een naad ontdek. Als ik mijn hoofd een beetje draai zie ik een goed gecamoufleerde deurklink zitten. Met een beetje kracht zetten weet ik de deur door het zware water te openen. Als ik er doorheen zwem zie ik een zanderige vlakte met wat afgebroken koraalstenen en twee grijze vissen die verschrikt wegzwemmen. De achterkant van de photoshopmuur is een enorme constructie. Een frame van stalen kolommen en stutten steunt het gevaarte. Ik zie dat de muur in een ronde vorm loopt. Het is enorm en schat dat de omtrek zeker 2 km is. Dan valt me op dat op elk muurpaneel rechtsonder een klein merkje staat. Als ik er dichterbij kom lees ik Watson digi-art productions. Made in Barbados. Na deze ontdekking krijg ik het benauwd. Ik krijg nauwelijks lucht meer. Op mijn metertje zie ik dat mijn zuurstofvoorraad in het rood zit. Zo snel als ik kan zwem ik terug door het deurtje en ga naar boven. Snakkend naar lucht kom ik aan de oppervlakte. De rest van de groep wacht al op me. Ik kan alleen maar denken. Barbados, ik moet naar Barbados.
To be continued…


vrijdag 16 november 2012

CAPTAINS BLOG 16.11.12


Afgelopen maandag heb ik een gecodeerde boodschap gekregen van “de Cleaninglady”. Op geraffineerde wijze wist ze de inhoud van de koelkast van het safehouse opnieuw  te rangschikken zonder dat iemand het zag. Er verblijven namelijk sinds enige weken twee nieuwe onderduikers in het safehouse. Volgens het dossier: “vrouwelijke vrijheidsstrijders van andere eilanden.” Mijn instinct laat alarmbellen rinkelen. Vandaar dat ik me de afgelopen tijd gedeisd heb gehouden, tot de boodschap van de Cleaninglady: “De kaas moet op de bovenste plank en de cola rust het best in de rug van de eierdoos.”

Twee weken geleden ontmoette ik meneer Toppenberg, hoofd van de afdeling scheepsbouw en instructeur miniatuurbootjes lijmen. Ik denk dat Meneer Toppenberg begin zeventig is en het is een zwijgzaam type. Zijn donkere bril ligt altijd diep op zijn neus en hij doet alsof de wereld om hem heen in brand zou kunnen staan maar er geen notie van zou hebben. Doet alsof, want ik krijg sterk het gevoel dat hij ogen in zijn rug heeft en alles en iedereen in de gaten houdt. Hij is als een wolf die over zijn welpen waakt. Is meneer Toppenberg de onzichtbare, de grote man achter de organisatie? Zo ja? Waarom is hij dan hier? Het gevoel begint me te bekruipen dat iets groots op handen is.

In eerste instantie begreep ik niks van de boodschap van de Cleaninglady totdat ik later op de dag op het hoofdkwartier zag dat Toppenberg een miniatuurgaljoen knutselde van een colafles, een eierdoos en zeilen van plakken kaas. Ik liep naar hem toe en vroeg of hij misschien koffie wilde. Geen reactie. Zeker dertig seconde niks, hij keek me niet aan, deed simpelweg alsof ik er niet was. Toppenberg was alleen op de wereld met zijn schip van een colafles en plakken kaas die hij probeerde vast te lijmen op soepstengels. “Heb je ook koperdraad?”, vroeg hij opeens alsof een vertraagde verbinding spraakverwarring had veroorzaakt. Na een korte verbijstering raapte ik mezelf bij elkaar en antwoordde: “Is ijzerdraad ook goed?”. Mijn vraag werd uitsluitend beantwoord met een vragende doch indringende blik over zijn dikke bril. Zijn witte haar en even zo witte baardstoppels glinsterden in de zon. Ik interpreteerde dat maar als een ja. Ik liep naar de wegwerpbbq de “q2go” waarop ik gisteren met mijn vrouw en de vrouwelijke vrijheidstrijders had gebarbequed. Het standaardje van de q2go is van dik ijzerdraad. Ik pakte het en gaf het aan Toppenberg. Met zijn tangtje knipte hij een stukje af en stak het boven in de langste soepstengelmast, knipte een driehoekig stukje kaas en schoof het over het ijzerdraadje. “Dank je”, en hij gaf me een stukje soepstengel en sprak de woorden: “voor bij de koffie”. In totale verwarring maakte ik een kop koffie voor mezelf en ging met de soepstengel zitten kijken naar het resultaat van het wrakhouten yogacentrum van enkele weken geleden. Toen zag ik het pas. In de soepstengel stond met klassiek handschrift “Scuba lodge” gegraveerd, net zoals in frikadellen van Mona, “Mona”is gebrandmerkt.

Scuba lodge is een duikschool midden in de stad. Ik stapte in mijn rode pickup, haalde mijn vrouw op in het safehouse en  reed naar de duikschool om dit mysterie te ontwarren.

To be continued…
Yogacentrum"Spiritum Sanctum"

woensdag 24 oktober 2012

CAPTAINS BLOG 24.10.2012


De laatste dagen heb ik mijn focus kunnen verleggen. De tunnel naar het vaste land is klaar en de aanlevering van de goederen is begonnen. De inrichting van het nieuwe hoofdkwartier blijft een doorlopende aangelegenheid tot de feestelijke opening 2 weken voor kerst. Vandaar dat ik mij de komende tijd kan bezig houden met sociale aangelegenheden om mijn coverstory te sterken. Vanmiddag gaan we een wandeling maken met de wandelclub van de sjoelvereniging van Brievengat. Het was mijn beurt om deze drie weken activiteiten te organiseren. Daarom heb ik vanmiddag een bus gehuurd om met de club naar san Pedro te gaan om een mooie wandeling te maken. Dit is aan de noordkust van het eiland waar veel drijfhout en andere rotzooi aanspoelt. Na de wandeling laat ik iedereen een paar plankjes meenemen waarmee ik morgen een workshop ga geven. De yogaclub “Pico Plata” uit Groot Kwartier staat te springen om een nieuw outdoor zen-trum. Het leek mij goed om de business managers en bestuurders die lid zijn van de wandelclub voor de afwisseling positief naar buiten te laten treden. Vanaf morgen ga ik ze lekker laten timmeren met het drijfhout voor de yogaclub.
Gisteren was het even spannend. Rond 9u ’s ochtends werd er aangeklopt bij het safehouse. Ik had geen afspraken dus ik verwachte niemand. Ik was net op youtube belachelijke macho acties met brommertjes aan het bekijken toen een ferm gebonk op de voordeur de sjoelbak waarmee ik de bijkeuken heb gelapt deed afbreken en daardoor de diepte van de tunnel inviel. Later kreeg ik hierover nog een sms, maar goed dat terzijde. Op mijn hoede liep ik naar de voordeur op de voet gevolgd door Bruno en Tequila. Handen op onze wapens. Met een coole doch onverschillige move opende ik de deur. Niemand te zien op de voorporch. Maar mijn getrainde oog spotte al snel een boom van een kerel in een kleine witte Toyota met de deur open aan de straat. Maar wel het poortje dicht. Op dat moment recapituleer je snel. Gebonk op deur. Wij lopen naar deur. Bonker loopt terug  sluit tuinhek en gaat in auto zitten. Wij openen deur, cool doch onverschillig. Zien man in auto die zijn zware lijf met moeite er weer uitperst. Weer? Of was er een tweede man die gebonkt heeft en nu achterom is gelopen. Ik keek Bruno aan en zag dat hij het zelfde dacht. Met zijn pezige gebruinde lijf huppelde hij sierlijk naar de achterkant van het huis. Ondertussen komt de zwaarlijvige door het poortje. Hij loopt alsof twee man een zware kast verplaatsen die ze niet kunnen tillen: Eerst links schuiven, dan rechts, links schuift weer iets naar achter. Zijn hoofd ziet eruit alsof het uit een massieve stam mahonie is gehakt. Eenmaal bij de voordeur mompelt hij iets onverstaanbaars en een zin waaruit ik weet te filteren dat hij voor de wc komt. “Moment”, zeg ik. Ik loop even naar binnen en zoek in de codewoordendatabase naar wc. Niks te vinden. Dan realiseer ik het me. Een van de toiletten in het safehouse blijft water doorspoelen, door een slecht rubber, denk ik. Via ondoorgrondelijke kanalen is dit probleem bij de organisatie gekomen en is er een mannetje ingehuurd. Omdat ik het nog niet helemaal vertrouw houd ik de zwaarlijvig scherp in de gaten terwijl hij zijn gapende loodgieters decolleté aan mij ten toon spreidt. Na een korte inspectie van de spoelbak komt de man overeind en mompelt weer iets onverstaanbaars. Ik zeg maar iets van: “Ah..oke”. En zo als de zwaarlijvige kwam, ging hij weer, door de voordeur, door het poortje en wurmt zich in zijn Toyotaatje. Ik weet niet precies waarom, noem het een vermoeden, maar ik besloot hem te volgen. In mijn rode Nissan pickup rijd ik achter de kleine witte auto aan die bij elke drempel met de voorbumper aan de rechterkant een schrapend geluid maakt. Na tien minuten rijden we de parkeerplaats van Kooyman bouwcenter op. Eenmaal binnen loop ik achter hem aan op veilige afstand richting de loodgietersafdeling. Daar pakt hij enkele spoelbakonderdelen. Het lijkt erop dat hij doet wat hij zou moeten doen. Ik koop een paar beitels omdat ik overmorgen een workshop ga geven aan de wandelclub van de sjoelvereniging van Brievengat en reken een paar kassa’s verder af dan de verdachte. Als ik weer buiten kom blijf ik hem achtervolgen totdat plots op de emanciepatieboulevard de auto tussen ons besluit om hem in te halen. Slechts een blik in zijn achterspiegel en hij heeft me door. We naderen een stoplicht. Op het moment dat we stil staan. Open ik de motorkap, stap uit en pak een grote steen langs de kant van de weg. Dit alles met mijn rug naar het verkeerslicht. Op het moment dat het groen wordt leg ik de steen 5 meter verder op, sluit de motorkap en rijd zo snel als ik kan weer naar het safehouse. Als ik daar arriveer staat het witte autootje al voor het tuinhek. De zwaarlijvige stapt uit, loopt naar de voordeur. Bonkt op de deur. Loopt terug naar zijn auto, sluit het tuinhek en laat zich in zijn auto zakken maar houd zijn benen buitenboord. Op dat moment spring ik over het hek van de buren en klim in de achtertuin over de scheidingsmuur en land in onze achtertuin op de richel tussen muur een tunnelingang. Met een paar ferme sprongen sta ik bij het slaapkamer raam. Tequila laat me binnen en ik sprint naar de voordeur die ik onverschillig open. De loodgieter stapt uit komt naar binnen en loopt zwijgend naar de wc. Na 3 minuten komt hij weer naar buiten en mompelt iets waaruit ik begrijp dat hij iets vergeten is. Kut. Zo ben ik gisteren nog 2 keer naar Kooyman gereden om uiteindelijk te concluderen dat dit een authentieke loodgieter was die in veel te veel tijd, veel te veel onderdelen van mijn wc heeft vervangen en enorme  bende heeft achtergelaten.
Momenteel observeer ik een duif die mij vanuit de enige boom in de achtertuin al ruim een uur zit aan te kijken.

Tot zover,
Captain Erikson
Codewoord van deze week: Bert

vrijdag 12 oktober 2012

CAPTAINS BLOG 12.10.2012


Vrijdag 12 oktober 2012,
Er is inmiddels (wederom) enige tijd verstreken sinds mijn laatste berichtgeving. Ik had me voorgenomen om iedere week een rapportje te sturen over de ontwikkelingen hier. Echter afgelopen weekend is mijn geliefde vrouw gearriveerd op het eiland. Vandaar dat ik druk bezig ben geweest met rondleidingen langs de diverse projecten. Marijn is benoemd tot hoofd inrichting van het nieuwe hoofdkwartier op de plek van de voormalige Christoffelberg. Elke ochtend zijn we stad en eiland afgereisd om langs diverse winkels te rijden voor de inrichting. Winkels met obscure namen zoals  Welcomeshop, Niceshop en Kom-opshop. De grote ontvangsthal is inmiddels ingericht volledig in verguld Chinees porselein. De balie is een accumulatie van perfect gestapelde kattenbeeldspaarpotjes waarvan de onderkanten met hun doorzichtige rubberen sluitdopjes een strak waterpas tafelblad vormen. In deze bovenste (op de kop staande) vergulde porseleinen kattenspaarpotten zijn ledlampen verwerkt die op 7 verschillende programmas van kleur kunnen verwisselen. Vooral ’s avonds levert dit een spectaculair beeld op. In de wachthoek staan 16 porseleinen bankstellen, oplopend van strakke eenvoud tot exorbitante Barok. Eergisteren hebben we de keramiekwerkplaats van de Welcomeshop opdracht gegeven om voor de wachtruimte 40 I-macs te kleien. Momenteel typ ik op het prototype dit verslag. Het geluid bij het intoetsen van de opeenvolgende letters klinkt als een kerkorgel van koraal in de sint Pieter terwijl een engel klaarkomt. Enfin. Daar is dus Marijn hoofdzakelijk mee bezig. Even terug naar mijn undercover missie. Mijn dekmantel als tuinman is als rijpe kersen uiteengespat. Ik ben tijdens het oefenen van het kerstboomsnoeien uit palmen enorm door de mand gevallen. Ik kreeg het gewoon niet voor elkaar. Vandaar dat ik een lulverhaal heb opgehangen dat ik een verleden heb als kunstenaar. En dat ik mijn creativiteit niet kon beheersen. De directeur van het Avila Beach hotel heeft mij nu gevraagd om voor het einde van het jaar een kunstig zandkasteel te realiseren op het strand. Dit is geluk bij een ongeluk omdat ik ook gevraagd ben om een workshop te geven voor het kabinet.
Verder is er een kleine complicatie met de tunnel. De collega’s die in Venezuela zijn begonnen om ons tegenmoet te graven hebben met explosieven een kleine vulkanische uitbarsting getriggerd waardoor we nu een nieuw eilandje van 5km doorsnede hebben 120 km vanaf hier. Ik heb dan ook snel een bootje met landschapsschilders ernaar toe gestuurd om het hele eiland te beschilderen als zee ter camouflage. We zijn nog opzoek naar een goede functie voor het eiland, maar het gaat vast goed van pas komen. Er zijn ook al ideeën voor na de missie om er een klein overdekt skiresort van te maken. We hopen dat onze tunnel volgende week aansluiting kan maken op het eilandje zodat de invasie een stukje dichterbij komt.

Tot zover.
Captain Erikson




zaterdag 29 september 2012

CAPTAINS BLOG 29.09.2012


Zaterdag 29 september 2012,
Nadat ik een week gevloerd ben geweest, door toedoen van een mug die ik Bert heb genoemd, was ik afgelopen maandag weer fit for duty. Tot op de dag van vandaag heb ik Bert niet kunnen terugvinden. Ik ben dan ook niet echt opzoek geweest omdat ik de prioriteit heb gelegd bij de lopende missie. Wel draag ik nu dag en nacht een beschermend pak dat ik genaaid heb van het muskietennet uit een van de leegstaande kamers van het safehouse. Verder heb ik aan beide enkels en polsen een citronellakaars getapet en heb mijn deodorant vervangen door OFF! Voorlopig zal ik mij dan ook even concentreren op preventie en niet op wraak. Enfin, er is weer ruim een week verstreken sinds mijn laatste update. Excuses hiervoor, er waren problemen met de uplink. Dus laat ik mij in dit blog op concentreren op de voortgang van de missies. Inderdaad je leest het goed missieS, met nadruk op de s. Naast project “ondergang” (de tunnel naar het vaste land), heb ik na een goed week rust ook de energie gevonden om project “Christoffel” op te starten. De tunnel vordert goed (op verzoek van agent EvB-75 van homebase een foto hieronder). De buren beginnen wel vragen te stellen. Schijnbaar begint het op te vallen dat we de grond uit de tunnel verdelen over de achtertuinen. Mijn cover als tuinman komt nu goed uit. Ik heb de buren verteld dat ik Robby’s lottery heb gewonnen en dat ik als dienst voor de buurt alle tuinen opnieuw bemest en dien ten gevolge ook meteen een beetje ophoog en een paar rustrieke rotsformaties aanleg. Zolang het gratis is worden hier verder geen vragen gesteld. Nu ik zodoende een beetje (onbedoeld) contact met de buren heb gelegd maken we er in de buurt het beste van. Dinsdagavond hebben we een kleine straatrace georganiseerd. Ik ben achtste geworden en heb er twee lekke banden aan over gehouden. Ik moest zo hard remmen om de basisschool aan het einde van de straat niet binnen te rijden zo dat het resterende profiel van mijn al niet te goede banden is blijven plakken aan de straat. Donderdag toen ik weg wilde rijde bij het hoofdkwartier waren beide voorbanden leeg. Mijn eerste gedachte was natuurlijk dat ik ontdekt was en dat dit een subtiele wijze was om me dat duidelijk te maken. Later herinnerde ik me de straatrace en de rem-actie pas. Maar goed we waren die avond ook enorm dronken, dan vergeet je wel eens iets. Ik geloof dat ik weer afdwaal. Sinds maandag ben ik ook begonnen met project Christoffel. Ik heb alle chollers (zwervers) van Westpunt gemobiliseerd om uit de bovenste helft van de christoffelberg een nieuw hoofkwartier te hakken. De zuidvleugel begint al aardig vorm te krijgen. Omdat de berg aan de oostkant ietwat vlak is gaan we vanaf maandag een cruiseschip het land oprollen en aansluiten op de oostvleugel.
Verder heeft Captain C  de rekruten opgedragen om te infiltreren in de lokale overheid zodat we via legale kanalen wapens op het eiland kunnen krijgen voor onze organisatie. Vooral de nieuw opgerichte partij voor openbare corruptie doet het erg goed in de peilingen. Morgen heb ik een vrije dag. Dan ga ik oefenen op palmbomen omsnoeien tot kerstboom bij het Avila Beach hotel. Want ik krijg al veel aanvragen binnen en ik heb het nog nooit gedaan.
Tot zover,
Captain Erikson













Vorderingen project ondergang 

















Vorderingen project Christoffel





Zuid Vleugel Christoffel








donderdag 20 september 2012

CAPTAINS BLOG 20.09.12


Donderdag 20 september 2012,
In de laatste regel van mijn vorige blog gaf ik aan dat ik met volle concentratie mijn missie wilde gaan voortzetten de volgende dag. Dat was dus afgelopen maandag. Zo fris als een hoentje sprong ik kwiek uit mijn bed. Vanuit de slaapkamer die door de airco gekoeld wordt tot zo’n 24 graden liep ik naar de badkamer. Door het openen van de slaapkamerdeur werd ik zoals elke dag omarmd met een warme deken van zwoelheid. Na mijn ochtendritueel, (Piesen, koffie en ontbijtje, nieuws kijken, poepen, wc doortrekken, douchen, nog een keer wc doortrekken, vermommen als tuinman, motiverende redevoering voor de gravende dames) stapte ik super gefocust in mijn rode Pickup en reed naar het hoofdkwartier. Op het hoofdkwartier ging ik aan de slag met het vervaardigen van mijn propagandamateriaal. Na een uurtje werken werd ik aangevallen door een mug. De smeerlap had het gemunt op mijn enkels. Het was duidelijk dat hij mij wilde uitdagen tot een 1 op 1 gevecht. Hiertoe liet ik mij echter niet verleiden omdat ik chemische oorlogsvoering effectiever acht. Zo liep ik naar de keuken om daar de OFF-spray te pakken. Toen gebeurde het. Met de spray in mijn hand bukte ik om bij mijn enkels te komen en drukte een paar keer op het pompje. Op het moment dat ik weer recht wilde gaan staan blokkeerde mijn rug. Een steek van pijn schoot van mijn rechter bil richting mijn middenrif en een beetje aan de rechterkant. Gezien het feit dat dit met enige regelmaat gebeurd sinds mijn eenentwintigste wist ik dat ik de komende 3 tot 5 dagen uitgeschakeld zou zijn. Sindsdien voel ik diepe haatgevoelens voor een mug die ik Bert heb genoemd. Ik heb hem een naam gegeven omdat het nu persoonlijk is geworden. Na dit voorval heb ik nog een paar uur geprobeerd om de pijn te negeren en door te werken om vervolgens tot de conclusie te komen dat ik mij maar beter kon gaan terug trekken in het safehouse. Ik hoop dat de rekruten in het hoofdkwartier het werk goed voortzetten. Vandaar dus dat ik nu helaas geen avontuur heb om over te rapporteren. Ik heb nog even overwogen om een film of boekrecensie te schrijven maar daar heb ik geen zin in. Vandaag voel ik dat de pijn en stijfheid weg beginnen te trekken maar heb besloten om nog 1 dag te wachten om topfit de strijd aan te kunnen binden met Bert. Wellicht dat ik straks een verkennend onderzoek instel.

zondag 16 september 2012

CAPTAINS BLOG 16.09.12


Afgelopen nacht ben ik getroffen door een zeer hevige hoofdpijn. Ik denk dat het constante hakgeluid van de dames van Campo de oorzaak is geweest. Vannacht heb ik dan ook even de werkzaamheden stop gelegd. We zitten inmiddels op 6 meter en nog een beetje diepte. Maar met 18 meter in doorsnede heb ik niks te klagen. Wel moeten we even uitkijken met de fundatie van het huis. Terwijl ik radeloos met kloppende hersenen opzoek was naar Paracetamol brak de waskeuken van het huis. Door de klap leek mijn hoofd bijna ook af te breken. Ik viel haast flauw. Gelukkig wist ik mezelf rustig te laten zakken naar de vloer. Met mijn laatste krachten heb ik mij naar de keuken weten te slepen waar ik vlak voordat ik buiten bewust zijn zou zijn geraakt de koelkast kon bereiken. Met onmetelijke wilskracht en puur op karakter kon ik de pan met spaghetti van gisteren, 2 paprika’s, een fles cola en een paar inlegplankjes uit de koelkast halen om mijzelf er vervolgens in te kunnen slepen. 2 uur later ben ik door agent tequila daar aangetroffen. Gelukkig had zij nog 2 paracetamols in haar handtas. Na nog wat bezweet en radeloos rond te hebben gelopen sloegen de pijnstillers eindelijk aan en ben ik toch nog in slaap gevallen. Vanmorgen vroeg werd ik wakker door het gevloek van agent Bruno die was uitgegleden over een rotte paprika. Mijn hoofdpijn was verdwenen maar mijn nek zat nog helemaal vast. Terwijl ik stond te wachten tot mijn koffie klaar was bewoog ik mijn hoofd met een gezicht alsof ik net 2 citroenen ophad van voor naar achter en van links naar rechts. Een stel duiven achter het keukenraam zagen dat maar zeiden er niks van. Het gepruttel van het espressoapparaatje klonk als engelengezang. Deze koffie zou mijn dag helemaal goed gaan maken. Blij als een kind liep ik met mijn koffie door het huis om hem rustig op de porch op te gaan drinken. Daar werd ik wederom geconfronteerd met de gebeurtenissen van afgelopen nacht. Ik stond te kijken naar een groot gapend gat in de tuin door een gat in de muur waar gisteren nog de waskeuken had gezeten. Met wat droge palmtakken, kippengaas en mijn sjoelbak heb ik het gat gedicht terwijl ik mijn koffie opdronk. Daarna ik heb ik een paard van de buren gejat. Snel heb ik hem in de bak van mijn pickup gezet en op de parkeerplaats bij het Waaigat geruild met een zwerver voor een wasbeurt van de Nissan. Toen ik weer thuiskwam stond er een ninja te doen alsof ik hem niet zag achter een palmboom. Net toen ik mijn pas gepoetste reservewiel van de achterbank naar zijn maag wilde slingeren kwam hij tevoorschijn en vroeg of ik een goede chinees in de buurt wist. Nu ik dit schrijf vraag ik mezelf hardop af of dat wel de enige reden was waarom die in mijn tuin achter een palmboom stond… Maar goed je moet niet overal iets achter zoeken. Voor nu ga ik even mijn geest en lichaam rust gunnen om morgen met volle concentratie mijn missie voort te zetten.

CAPTAINS BLOG 11.09.12


De problemen blijven zich opstapelen. Mijn beveiliging lijkt te zijn verzeild in een intern conflict. Het lijkt erop dat agent Bruno verliefd is op agent Tequila. Tequila wil er echter niks van weten. Ze bijt flink van zich af. Vannacht hebben ze flink lopen bekvechten, waardoor ze niet gemerkt hebben dat de hele tuin is volgelopen met krokodillen. Ten einde raad heb ik Mr. Bug, de lokale pest control  gebeld. Hij heeft op virtuoze wijze met  dioxinekippen de situatie weer enigszins onder controle gebracht. Mijn geplande cadeautje voor de buurt is hierdoor niet door kunnen gaan. Ik had Gordon en de L.A. voices geboekt om een tuinconcert te geven. Doordat de hele dag vrachtwagens af en aan reden om dooie krokodillen weg te voeren kon de tourbus van G and the Voices niet dicht bij genoeg parkeren. Jammer. Ik heb ze omgeboekt om een verrassingsconcert te geven in de bak van de Great Wall Pickup van captain C op de dag van de geboorte van diens zoon. Verder ben ik begonnen met het graven van tunnel naar het vaste land. Althans ik ben begonnen met het laten graven van een tunnel naar het vaste land. Ik heb 16 jonge dames van Campo Allegre ingehuurd om gehuld in overalls met tijgerpatroon eerst maar eens  2km recht omlaag te graven. (lees hakken) Ook heb ik me aangesloten bij de wandelclub van de sjoelvereniging van Brievengat.

donderdag 6 september 2012

CAPTAINS BLOG 06.09.12

Sinds enige dagen ben ik nu uitgezonden op missie. Bij aankomst ben ik opgevangen door de lokale outpost coördinator, Captain C. Hij/zij heeft mij op zeer omslachtige wijze met veel detours naar de geheime locatie gebracht. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen denk ik dat we toch gevolgd zijn. Zoals gebruikelijk ben ik de eerste dagen in quarantaine geweest.  De beveiliging van mijn safehouse laat te wensen over. Agent Tequila en Bruno lijken hun scherpte in de loop der jaren verloren. Om de tijd te doden voor ik uit quarantaine mocht hebben we veel geknikkerd. Commander B (Codename Calimero) is op de hoogte van de situatie en heeft een stagiair opgeroepen om een opfristrainingsprogramma op te stellen voor de beveiliging. Gisteren heb ik na een voorzorgs-voertuig-swap, een eerste verkennende missie gedaan vermomd als tuinman. De noodzaak van mijn aanwezigheid is eens te meer bevestigd.

Vanmorgen is mijn vermoeden dat men op de hoogte is van mijn aanwezigheid bevestigd. Ik heb een cameravlieg onderschept met mijn emp-telefoon. Als de locale techengineer codename “airco” hier geen serienummer kan achterhalen zal Calimero het specimen meenemen naar Europa voor verder onderzoek. Voor nu ben ik extra voorzichtig en zal Tequila en Bruno belonen voor extra oplettendheid.
Deze video is om veiligheidsreden gekanteld en ingekort. (red.)

Captain Erikson

zondag 2 september 2012

Artist in residence IBB Curacao

Vanaf 1 september tot eind december verblijf ik als gastkunstenaar bij het Instituto Buena Bista op Curacao. Dit gaat via het Artist in residence (Air) programma van het Mondriaanfonds.
Via deze blog het laatste nieuws.

http://institutobuenabista.com

pictures Mindmap Venray "DENKBEELD"













Speciale Dank: Vincent van Goch Instituut, Odapark, alle clienten.
En Swenn Pennings voor de Assistentie.



Pictures Zomerparkfeest Venlo "BRING IT ON!"














Special thanks to the wonderfull volunteers of Nettetal who made the sculpture possible.
Maria, Charly, Thomas, Bettina, Jan, Gerd, Fabian, Jurgen, Kiki, Bernd, Wolf, Ulla, Beppo, Inge, Volker, Tanja, Heike, Shannon, Hansl, Erich, Onkel Ludwig, Tante Marlies, Marijn & Sjanneke.