Tijdens de nacht van de volle maan loop ik met kruiwagen waarin
een blik erwten op een neer rolt en waarop een golfplaat ligt bedekt met vers
gras over South Beach met een alligator aan een riempje die een metalen emmer
in zijn bek heeft waarin 5 kreeften zitten. Aangekomen bij de bewuste
lifeguardpost merk ik dat de pratende papaja nergens te bekennen is. Ik haal
mijn pioniersschopje uit mijn rugzak en begin zonder te weten wat ik zoek of moet
gaan doen te graven. In het begin is het lastig omdat het hutje maar 30 cm
boven het zand staat. In het holst van de nacht hoor ik de branding klotsen en
graaf in de maanschaduw van het hutje gestaag naar beneden. Rond 3 uur ‘s nachts
Lijk ik op een kist te stuiten. Ik heb me al vrij in het begin van het graven
volledig uitgekleed omdat ik wil voorkomen dat mijn kleren vol gaan zitten met
zand. Spiernaakt schraap ik met mijn handen het laatste zand van het deksel af
en trek aan de greep. Zeer soepel gaat de kist open. De kist blijkt geen kist.
De kist blijkt een ingang van een ondergrondse tunnel. Ik stop snel de erwten
in mijn rugzak en stuur de alligator de tunnel in. De golfplaat met gras krijg
ik niet mee naar binnen dus die besluit ik over mijn kuil te leggen. Met de
zaklamp-app van mijn telefoon kan ik ongeveer 80 cm voor mij uit verlichten. De
staart van de alligator licht mooi op. Inmiddels heb ik het ondanks mijn
naaktheid enorm warm. Ik zweet peentjes. Ook bekruipt me een onbehaaglijk
gevoel. Vragen als: Waarom kruip ik hier naakt in een tunnel onder south beach
in de slipstream van een alligator
met een emmer in zijn bek met daarin 5 kreeften en een blik erwten in mijn rugzak?,
krijg ik maar niet uit mijn hoofd. Als je dan hierop moet antwoorden dat je
gestuurd bent door een pratende papaja begin je serieus aan jezelf te
twijfelen. Veel tijd om hierover verder te piekeren wordt mij gelukkig niet
gegeven want de alligator stort voor mij in een soort glijbaantunnel naar
beneden. Zonder echt na te denken volg ik hem. Face first glijd ik met razend snelheid naar beneden. Mijn piemel
wordt roodgloeiend door de wrijving en ik schreeuw het uit alsof ik een
openbuikoperatie heb zonder verdoving. Er lijkt geen einde te komen aan de glijbaan
en als ik bijna mijn bewust zijn verlies zie ik plots licht, veel licht. Ik
knijp mijn ogen dicht. Als ik ze weer open zie ik dat ik in een enorme grot
beland ben. De muren zijn rondom mooi gestukt en aan het plafond hangen
schitterende kroonluchters. In de verste hoek zie ik een bar en verder staan
door de hele ruimte vierkante tafeltjes verdeeld waaraan papajas zitten die
allemaal Stratego spelen. De papaja aan de bar wuift naar me. Als ik een beetje
twijfelachtig terug wuif begint hij wat drukker te gebaren dat ik naar hem toe
moet komen. Bij de bar aangekomen zie ik dat de papaja een grote krulsnor
heeft. Dan zegt hij op fluisterende toon: ”Act normal it’s me…” -knipoog- Dan
op normale toon: “Welkom sir, what can I get you to drink before you start your
first match?”. “First match?”,
vraag ik. “Yes, yes ofcourse. The winner will get the box with all the answers.”
De papaja met nepsnor wijst naar het middelste vierkante tafeltje waarop
een soort souvenierachtig doosje staat. Beplakt met schelpjes en zo.Even later
zit ik met een Mojito tegenover een papaja met bril mijn eerste ronde stratego
te spelen. Gelukkig is stratego een van mijn favoriete spellen en weet de
gebrilde papaja met gemak te verslaan. Drie
dagen later zit ik in de finale. Alle tafeltjes zijn aan de kant geschoven
behalve de tafel met het kistje en mijn speeltafel. Beide tafels zijn
tegenelkaar geschoven in het midden van de grot. Rondom zitten wel 10 rijen
papajas met gespannen gezichten naar ons te kijken. De finalepapaja is een wat
oudere heer met gele huid en een paar bruine plekken en rimpels. Met geknepen
ogen neemt hij een trek van een sigaar terwijl hij met zijn andere hand de
eerste steen in een keer vanaf zijn voorste linie op een van mijn stenen
plaatst. Een verkenner dus. “Colonel”, ik moet me bekend maken. Na een paar uur
zijn bijna al onze stenen geslagen, maar hebben we beide nog niet de vlag van
de tegenstander weten te pakken. Ik zie om mij heen dat het publiek
nagelbijtend toekijkt. Doordat ik nog twee verkenners heb die niet gebonden
zijn aan een maximale stap. Kan ik uiteindelijk de oude sigarenpapaja buiten
spel zetten en met mijn laatste mineur de bommen rondom de vlag van de
tegenstander vernietigen. Triomfantelijk springt mijn mineur op de steen
waarvan ik zeker weet dat het de vlag is. Een oorverdovend applaus stijgt op
uit de grot. Alle papaja’s rennen naar me toe tillen me op en beginnen me
omhoog te gooien en op te vangen terwijl ze mijn naam scanderen. “Erikson!, Erikson!,
Erikson!” Als het grote enthousiasme een beetje bedaard is krijg ik van de
voorzitter van de strategobond van Papaja’s het kiste uitgereikt. “Eindelijk,
denk ik bij mezelf, eindelijk, de antwoorden op al mijn vragen”. Met het kistje
loop ik naar een rustig hoekje.
Ik open het zilveren slotje en maak de deksel open. In het kistje
zit een envelop die ik ook snel open maak. In de envelop zit een briefje. Ik
vouw het briefje open en zie in grote letters geschreven met rode watervaste
stift: "IF YOU SCRATCH MY BACK, I WILL SCRATCH YOURS" Dan pas zie ik de foto’s op de bodem van het kistje liggen. Foto’s
die mijn leven voor altijd veranderden. Uitgeput zak ik in elkaar en laat mijn
laatse glas Mojito op de grond vallen. De alligator kruipt naast me als een
trouwe hond en likt ondanks de emmer in zijn bek de Mojito van mijn blote onderbeen.
Captain Erikson
Geen opmerkingen:
Een reactie posten