De laatste dagen heb ik mijn focus kunnen verleggen. De
tunnel naar het vaste land is klaar en de aanlevering van de goederen is
begonnen. De inrichting van het nieuwe hoofdkwartier blijft een doorlopende
aangelegenheid tot de feestelijke opening 2 weken voor kerst. Vandaar dat ik
mij de komende tijd kan bezig houden met sociale aangelegenheden om mijn
coverstory te sterken. Vanmiddag gaan we een wandeling maken met de wandelclub
van de sjoelvereniging van Brievengat. Het was mijn beurt om deze drie weken
activiteiten te organiseren. Daarom heb ik vanmiddag een bus gehuurd om met de
club naar san Pedro te gaan om een mooie wandeling te maken. Dit is aan de
noordkust van het eiland waar veel drijfhout en andere rotzooi aanspoelt. Na de
wandeling laat ik iedereen een paar plankjes meenemen waarmee ik morgen een
workshop ga geven. De yogaclub “Pico Plata” uit Groot Kwartier staat te
springen om een nieuw outdoor zen-trum. Het leek mij goed om de business
managers en bestuurders die lid zijn van de wandelclub voor de afwisseling
positief naar buiten te laten treden. Vanaf morgen ga ik ze lekker laten
timmeren met het drijfhout voor de yogaclub.
Gisteren was het even spannend. Rond 9u ’s ochtends werd er
aangeklopt bij het safehouse. Ik had geen afspraken dus ik verwachte niemand.
Ik was net op youtube belachelijke macho acties met brommertjes aan het
bekijken toen een ferm gebonk op de voordeur de sjoelbak waarmee ik de
bijkeuken heb gelapt deed afbreken en daardoor de diepte van de tunnel inviel.
Later kreeg ik hierover nog een sms, maar goed dat terzijde. Op mijn hoede liep
ik naar de voordeur op de voet gevolgd door Bruno en Tequila. Handen op onze
wapens. Met een coole doch onverschillige move opende ik de deur. Niemand te
zien op de voorporch. Maar mijn getrainde oog spotte al snel een boom van een
kerel in een kleine witte Toyota met de deur open aan de straat. Maar wel het
poortje dicht. Op dat moment recapituleer je snel. Gebonk op deur. Wij lopen
naar deur. Bonker loopt terug sluit
tuinhek en gaat in auto zitten. Wij openen deur, cool doch onverschillig. Zien
man in auto die zijn zware lijf met moeite er weer uitperst. Weer? Of was er
een tweede man die gebonkt heeft en nu achterom is gelopen. Ik keek Bruno aan
en zag dat hij het zelfde dacht. Met zijn pezige gebruinde lijf huppelde hij
sierlijk naar de achterkant van het huis. Ondertussen komt de zwaarlijvige door
het poortje. Hij loopt alsof twee man een zware kast verplaatsen die ze niet
kunnen tillen: Eerst links schuiven, dan rechts, links schuift weer iets naar
achter. Zijn hoofd ziet eruit alsof het uit een massieve stam mahonie is
gehakt. Eenmaal bij de voordeur mompelt hij iets onverstaanbaars en een zin
waaruit ik weet te filteren dat hij voor de wc komt. “Moment”, zeg ik. Ik loop
even naar binnen en zoek in de codewoordendatabase naar wc. Niks te vinden. Dan
realiseer ik het me. Een van de toiletten in het safehouse blijft water
doorspoelen, door een slecht rubber, denk ik. Via ondoorgrondelijke kanalen is
dit probleem bij de organisatie gekomen en is er een mannetje ingehuurd. Omdat
ik het nog niet helemaal vertrouw houd ik de zwaarlijvig scherp in de gaten
terwijl hij zijn gapende loodgieters decolleté aan mij ten toon spreidt. Na een
korte inspectie van de spoelbak komt de man overeind en mompelt weer iets
onverstaanbaars. Ik zeg maar iets van: “Ah..oke”. En zo als de zwaarlijvige
kwam, ging hij weer, door de voordeur, door het poortje en wurmt zich in zijn
Toyotaatje. Ik weet niet precies waarom, noem het een vermoeden, maar ik
besloot hem te volgen. In mijn rode Nissan pickup rijd ik achter de kleine
witte auto aan die bij elke drempel met de voorbumper aan de rechterkant een
schrapend geluid maakt. Na tien minuten rijden we de parkeerplaats van Kooyman
bouwcenter op. Eenmaal binnen loop ik achter hem aan op veilige afstand
richting de loodgietersafdeling. Daar pakt hij enkele spoelbakonderdelen. Het
lijkt erop dat hij doet wat hij zou moeten doen. Ik koop een paar beitels omdat
ik overmorgen een workshop ga geven aan de wandelclub van de sjoelvereniging
van Brievengat en reken een paar kassa’s verder af dan de verdachte. Als ik
weer buiten kom blijf ik hem achtervolgen totdat plots op de
emanciepatieboulevard de auto tussen ons besluit om hem in te halen. Slechts
een blik in zijn achterspiegel en hij heeft me door. We naderen een stoplicht.
Op het moment dat we stil staan. Open ik de motorkap, stap uit en pak een grote
steen langs de kant van de weg. Dit alles met mijn rug naar het verkeerslicht.
Op het moment dat het groen wordt leg ik de steen 5 meter verder op, sluit de
motorkap en rijd zo snel als ik kan weer naar het safehouse. Als ik daar
arriveer staat het witte autootje al voor het tuinhek. De zwaarlijvige stapt
uit, loopt naar de voordeur. Bonkt op de deur. Loopt terug naar zijn auto,
sluit het tuinhek en laat zich in zijn auto zakken maar houd zijn benen
buitenboord. Op dat moment spring ik over het hek van de buren en klim in de
achtertuin over de scheidingsmuur en land in onze achtertuin op de richel
tussen muur een tunnelingang. Met een paar ferme sprongen sta ik bij het
slaapkamer raam. Tequila laat me binnen en ik sprint naar de voordeur die ik
onverschillig open. De loodgieter stapt uit komt naar binnen en loopt zwijgend
naar de wc. Na 3 minuten komt hij weer naar buiten en mompelt iets waaruit ik
begrijp dat hij iets vergeten is. Kut. Zo ben ik gisteren nog 2 keer naar
Kooyman gereden om uiteindelijk te concluderen dat dit een authentieke
loodgieter was die in veel te veel tijd, veel te veel onderdelen van mijn wc
heeft vervangen en enorme bende heeft
achtergelaten.
Momenteel observeer ik een duif die mij vanuit de enige boom
in de achtertuin al ruim een uur zit aan te kijken.
Tot zover,
Captain Erikson
Codewoord van deze week: Bert