vrijdag 16 november 2012

CAPTAINS BLOG 16.11.12


Afgelopen maandag heb ik een gecodeerde boodschap gekregen van “de Cleaninglady”. Op geraffineerde wijze wist ze de inhoud van de koelkast van het safehouse opnieuw  te rangschikken zonder dat iemand het zag. Er verblijven namelijk sinds enige weken twee nieuwe onderduikers in het safehouse. Volgens het dossier: “vrouwelijke vrijheidsstrijders van andere eilanden.” Mijn instinct laat alarmbellen rinkelen. Vandaar dat ik me de afgelopen tijd gedeisd heb gehouden, tot de boodschap van de Cleaninglady: “De kaas moet op de bovenste plank en de cola rust het best in de rug van de eierdoos.”

Twee weken geleden ontmoette ik meneer Toppenberg, hoofd van de afdeling scheepsbouw en instructeur miniatuurbootjes lijmen. Ik denk dat Meneer Toppenberg begin zeventig is en het is een zwijgzaam type. Zijn donkere bril ligt altijd diep op zijn neus en hij doet alsof de wereld om hem heen in brand zou kunnen staan maar er geen notie van zou hebben. Doet alsof, want ik krijg sterk het gevoel dat hij ogen in zijn rug heeft en alles en iedereen in de gaten houdt. Hij is als een wolf die over zijn welpen waakt. Is meneer Toppenberg de onzichtbare, de grote man achter de organisatie? Zo ja? Waarom is hij dan hier? Het gevoel begint me te bekruipen dat iets groots op handen is.

In eerste instantie begreep ik niks van de boodschap van de Cleaninglady totdat ik later op de dag op het hoofdkwartier zag dat Toppenberg een miniatuurgaljoen knutselde van een colafles, een eierdoos en zeilen van plakken kaas. Ik liep naar hem toe en vroeg of hij misschien koffie wilde. Geen reactie. Zeker dertig seconde niks, hij keek me niet aan, deed simpelweg alsof ik er niet was. Toppenberg was alleen op de wereld met zijn schip van een colafles en plakken kaas die hij probeerde vast te lijmen op soepstengels. “Heb je ook koperdraad?”, vroeg hij opeens alsof een vertraagde verbinding spraakverwarring had veroorzaakt. Na een korte verbijstering raapte ik mezelf bij elkaar en antwoordde: “Is ijzerdraad ook goed?”. Mijn vraag werd uitsluitend beantwoord met een vragende doch indringende blik over zijn dikke bril. Zijn witte haar en even zo witte baardstoppels glinsterden in de zon. Ik interpreteerde dat maar als een ja. Ik liep naar de wegwerpbbq de “q2go” waarop ik gisteren met mijn vrouw en de vrouwelijke vrijheidstrijders had gebarbequed. Het standaardje van de q2go is van dik ijzerdraad. Ik pakte het en gaf het aan Toppenberg. Met zijn tangtje knipte hij een stukje af en stak het boven in de langste soepstengelmast, knipte een driehoekig stukje kaas en schoof het over het ijzerdraadje. “Dank je”, en hij gaf me een stukje soepstengel en sprak de woorden: “voor bij de koffie”. In totale verwarring maakte ik een kop koffie voor mezelf en ging met de soepstengel zitten kijken naar het resultaat van het wrakhouten yogacentrum van enkele weken geleden. Toen zag ik het pas. In de soepstengel stond met klassiek handschrift “Scuba lodge” gegraveerd, net zoals in frikadellen van Mona, “Mona”is gebrandmerkt.

Scuba lodge is een duikschool midden in de stad. Ik stapte in mijn rode pickup, haalde mijn vrouw op in het safehouse en  reed naar de duikschool om dit mysterie te ontwarren.

To be continued…
Yogacentrum"Spiritum Sanctum"